Maretak - Viscum album-
Viscaceae Vogellijmfamilie |
Drachtplant |
|
Een groenblijvende dwergheester |
Bloeiperiode: maart-mei |
Bloem: geelgroen, meestal 4-slippig, meeldraden 4; bloeiwijze okselstandig |
Blad: tegenoverstaand, leerachtig en spatelvormig |
Vrucht: wit en besachtig |
Lengte: vertakte stengels tot meer dan 0,5 m lang. |
Opmerking: een min of meer bolvormige plant |
Op bomen parasiterende, gaffelvormig vertakte tweehuizige dwergheesters |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: woekerend op loofbomen; in Nederland vooral zwarte en Canadese populier en appel, in mindere mate ook op peer, lijsterbes, linde, robinia, wilg (in het buitenland op meer soorten); beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in Zuid-Limburg, elders zeldzaam tot zeer zeldzaam; ook aangebracht. |
Toepassing: wordt vooral in heemtuinen toegepast. |
Beheer: volledig met rust laten; wordt in Nederland vooral door aanplant van populierenbossen in stand gehouden. Wettelijk beschermd. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code ? Volgens Hensels (1980) is maretak een drachtplant. Of bijen hier veel gebruik van maken is onbekend. nectar wordt aan oppervlakte van het stijlkussen afgescheiden. Zelf slechts enkele keren sporadisch bijen waargenomen. |
|
Plaat Maretak (Bron links: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Maretak op robinia (Zuid-Frankrijk) |
|
|
Fragment plant |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bessen |
|
|
Fragment bessen |
|
|
De rand van een populierenbos |
|
|
Fragment populierenbos |
|
|
Een populier gedomineerd door maretak |
|
|
Robinia met maretak (Zuid-Frankrijk) |
|
|
Fragment bovenstaande foto |
|
|
Schietwilg met maretak |
|
|
Een appelboom met maretak in het Holypark van Vlaardingen |
|
|